Lokale culturele infrastructuur
Het Rijk, provincies en gemeenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de culturele infrastructuur in Nederland. Gemeenten en provincies bieden ruimte aan (nieuwe generaties) makers door werkplaatsen en ateliers beschikbaar te stellen en houden de bibliotheek, lokale musea en podia toegankelijk. Het Rijk subsidieert culturele instellingen in heel Nederland voor een hoogwaardig en breed cultuuraanbod. De samenwerking tussen rijk en regio is dan ook belangrijk.
Cultuurconvenanten
De samenwerking voor de periode 2025-2028 is vastgelegd in cultuurconvenanten met provincies, gemeenten en de 19 cultuurregio’s. In de convenanten staan afspraken over bijvoorbeeld de culturele basisinfrastructuur (bis), subsidieindexatie, cultuureducatie en -participatie, publieke collecties en het naleven van de culturele codes. Ook zijn er per convenant specifieke afspraken gemaakt over onderwerpen die voor regionale of lokale gebieden belangrijk zijn. Zo ontvangen zes provincies aanvullende financiering om hun culturele infrastructuur te versterken. De cultuurconvenanten zijn gepubliceerd in de Staatscourant:
- BrabantStad
- Flevoland
- Landsdeel Oost
- Limburg
- Noord-Holland
- Utrecht
- We the North
- Zeeland
- Zuid-Holland
Cultuurregio's
In de afgelopen jaren zijn op initiatief van steden en provincies 19 cultuurregio’s gevormd. Zij hebben profielen opgesteld over hun ambities voor het cultuurbeleid in de eigen regio. Deze profielen vormen de basis voor de onderlinge samenwerking om de culturele infrastructuur te versterken.