Cultuur is van en voor iedereen. Daarom wil de Rijksoverheid dat zoveel mogelijk mensen in Nederland toegang hebben tot cultuur van hoge kwaliteit. De Rijksoverheid vindt het belangrijk dat het landelijke cultuurbeleid het beste bevat dat het culturele leven te bieden heeft. Ook nieuwe vormen, andere genres en ander publiek hebben hierin een plaats. Deze reportages geven een kijkje in de keuken van het landelijke cultuuraanbod de komende jaren.
Cultuur van en voor iedereen
De Rijksoverheid steunt cultuur op verschillende manieren. Dat doen we door het verstrekken van subsidies in ons landelijke subsidiestelsel. Voor dans-, en muziekvoorstellingen, toneel, (jeugd)theater, film, exposities en tentoonstellingen, hiphop, festivals etc. Maar ook door het uitvoeren van programma’s op het gebied van cultuureducatie en participatie. Ook zijn er zes Rijkscultuurfondsen die subsidies verstrekken aan instellingen, kunstenaars en makers. Naast het Rijk spelen provincies en gemeenten een belangrijke rol in de publieke financiering van cultuur.
Het landelijke culturele subsidiestelsel noemen we de culturele basisinfrastructuur (BIS). Binnen de BIS wordt subsidie verstrekt aan culturele instellingen en aan de landelijke cultuurfondsen. Hierbij is onder meer aandacht voor onder andere podiumkunsten, musea, beeldende kunst, mode, film, letteren, urban, ontwerp, festivals, nieuwe genres en cross-overs.
Verbreding en vernieuwing zijn een noodzaak om het cultuuraanbod bij de tijd en aantrekkelijk te houden voor iedereen. In 2021-2024 biedt de Rijksoverheid daarom in de BIS ruimte aan andere genres. Zo is er meer ruimte voor festivals, ontwikkelinstellingen, jeugdpodiumkunsten, regionale musea en muziekensembles. Ook staat in deze periode een eerlijke beloning van alle werkenden in de sector voorop.
In de periode 2021-2024 krijgen 113 culturele instellingen en 6 fondsen een totaalbedrag van € 413 miljoen subsidie per jaar.
Cultuur van en voor iedereen